Imathia ligt ten westen van de Thessaloniki en de hoofdstad is Veria.
Het departement Imathia grenst aan de departementen Thessaloniki, Pella, Kozani en Pieria. Een groot deel van Imathia is erg vruchtbaar en er is veel landbouw. Dwars door Imathia stroom de rivier Aliakmonas die het gebied in tweeën verdeelt met in het westen het Vermiogebergte en in het oosten het Pieria-gebergte.
De hoofdstad Veria is een bedrijvige stad en ligt ten noorden van de rivier de Aliakmonas, aan de voet van het Vermiogebergte. Het oude Beroia, in de bijbel ook Beroea genoemd, sinds ongeveer 500 v.Chr. bekend, was de eerste stad in Macedonië die zich na de slag bij Pydna (168 v.Chr.) aan de Romeinen overgaf; onder Diocletianus werd Beroia een van de hoofdsteden van de Romeinse provincie Macedonië. Pompeius Magnus verbleef hier in de winter van 49-48 v.Chr., nadat Caesar hem bij Farsalos had verslagen. De apostel Paulus predikte er omstreeks 54 het nieuwe geloof. Interessant is het museum met talloze vondsten uit de hellenistische en de Romeinse tijd.
Ook een bezoek waard zijn enkele van de oude kerken die ten dele van hout en vlechtwerk zijn gebouwd (Agios Christos, Profitis Ilias, Agios Nikolaos, Agios Paraskevi), de sprekerstribune van de H. Paulus en enkele herenhuizen (arhondika) uit de 18de eeuw.
De stad Naoussa is mooi gelegen in het Arapitsa-dal aan de oostelijke helling van het Vermio-gebergte. De plaats is bekend om zijn wijn ('Boutari'), zijn heerlijke fruit en zijn carnaval, dat twee weken voor het (orthodoxe) paasfeest wordt gehouden. In het noordoostelijke gelegen naburige Lefkadia liggen te midden van boomgaarden drie hellenistische graven. Ongeveer 6 km ten westen daarvan ligt het oude Mieza, vermoedelijk de plaats waar zich de door koning Filippos gestichte 'School van Aristoteles' bevond. Hier werd zijn zoon, de 13-jarige Alexander, door Aristoteles ingewijd in de wetenschappen, de ethiek en het staatsbestuur.
Imathia is een streek met een zeer rijke geschiedenis waar vele belangrijke archeologische bezienswaardigheden zijn.
Vergina is een dorpje boven het dal van de Aliakmonas en een belangrijke opgravingsplaats met het 'Graf van Vergina'. Het bescheiden plaatsje Vergina prijkt sinds kort op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. Het beschikt immers over een echte schat. In 1977 ontdekte de Griekse archeoloog Manolis Andronikos in Vergina, ongeveer 60 km ten westen van Thessaloniki, de inhoud van een grote grafheuvel. Hij vond een grote grafkamer, die aan de voorzijde een voorstelling van een jachtscène met leeuwen heeft in beeldhouwwerk, en daaronder fraaie fresco's waarvan er één een ruiter uitbeeldt, waarschijnlijk Philippos' zoon, Alexander de Grote. Andronikos dacht dat hij het graf van Philippos II had ontdekt.
De stoffelijke resten van Philippos werden gevonden in een gouden sarcofaag (met een ster erop) die geplaatst was in een marmeren kist. Daarnaast bevonden zich een gouden scepter, een borstplaat met ivoren sieraden en gereedschappen. Een heel belangrijke vondst waren de vijf kleine portretten, in ivoor gesneden kopjes van Philippos, zijn vrouw Olympias, zijn zoon Alexander en zijn ouders. Een tweede gouden kist in een kleine kamer bevatte waarschijnlijk de stoffelijke resten van Philippos' tweede vrouw. In 1981 legde Andronikos in de buurt nog twee andere belangrijke graven uit 300 v.Chr. bloot. Aanvankelijk werden de gevonden voorwerpen uitgestald in het museum van Thessaloniki, maar nu zijn ze terug op de plaats waar ze gevonden zijn. Van de grote grafheuvel is een schitterend museum gemaakt.